“Geen gebrek aan leden”, zo zei mij onlangs een bestuurslid van een vereniging. "Dat is mooi", was mijn reactie. Toen kwam er een hele grote ‘maar’ … “Wij hebben veel toeschouwers en weinig deelnemers”, verzuchtte ze. Misschien denkt u: "Wat sombert die man". "Waarom moet hij ons via een column de les lezen. Bemoei je met je eigen zaak", zo denkt u wellicht. Punt gemaakt, want er is zeker een groep die zich inzet (ingezet heeft) voor - in de breedste zin van het woord - onze samenleving en ik ken niet iedereen zijn of haar omstandigheden en afwegingen. Er kunnen zeker argumenten zijn, waarom er niet voor een actieve rol gekozen kan worden.
Op 16 maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Politieke partijen zijn volop bezig met de voorbereidingen: lijst samenstellen, verkiezingsprogramma opstellen enzovoorts. Het doel is uiteraard zoveel mogelijk stemmen binnenhalen, zodat de verkiezingsbeloften verzilverd kunnen worden.
Het mooiste ambt, en ik spreek uit ervaring, is: volksvertegenwoordiger. Gemeenteraadslid zijn is een eer, maar geen erebaan. Een functie die respect afdwingt en dat betekent ook dat volksvertegenwoordigers met respect bejegend dienen te worden. Gemeenteraadslid zijn is echter meer dan volksvertegenwoordiger zijn. De gemeenteraad bepaalt hoe onze gemeente er op korte en (middel)lange termijn uitziet. Dit gebeurt niet vanuit een ivoren toren. Overigens betekent dat niet dat elk individu altijd zijn of haar zin krijgt, zeg ik er maar gelijk bij.
Om onze democratie levend te houden zijn deelnemers aan de politiek en het openbaar bestuur van cruciaal belang. De zorg die politieke partijen hebben, houdt mij bezig en laat mij niet los. In vrijheid verkiezingen houden is een groot goed. Weinigen onder ons kennen de periode van een dictatuur en daar verlangt niemand naar terug. Onze democratische rechtsstaat moeten we niet alleen koesteren, we moeten er ons elke dag voor inzetten. Wie zal in maart 2022 het gemeentelijk ‘stuur’ in handen hebben? Dat hangt van u af. Natuurlijk kunt u ‘aan land’ blijven, maar … dan ‘mist u de boot!’
Hartelijke groet,
Pieter van Maaren